The Big Picture
Hoe grijpt alles in elkaar? We beginnen bij de factoren die het vermogen beïnvloeden. Het vermogen is al je geld, waardepapieren of vastgoed die je bezit. Het vermogen wordt aangevuld met behulp van de vrije toekomstige bestedingsruimte. De vrije bestedingsruimte is het bedrag dat je over hebt nadat je alle uitgaven hebt betaald van je inkomsten. Hoe hoger de vrije bestedingsruimte, des te sneller kun je vermogen opbouwen.
Hoe meer vermogen je opbouwt, des te meer geld ingezet kan worden met een hoger risico en bijbehorend rendement. Je leeftijd speelt hierbij ook een rol. Hoe ouder je wordt, des te minder tijd heb je om vermogen op te bouwen en om risico te nemen. De kans dat een risicovolle investering op korte termijn geld oplevert is namelijk veel kleiner dan op een langere termijn. Daarom zie je bij veel pensioenfondsen dat zij het risico afbouwen naarmate de pensioendatum nadert, zodat het benodigde bedrag met meer zekerheid gehaald wordt.
Hoe meer rendement uit je vermogen des te meer passieve inkomsten gegenereerd worden. Passieve inkomsten zijn inkomsten waar je eenmalig voor geïnvesteerd moet hebben in tijd en/of geld en je vervolgens inkomsten uit genereert. Deze kunnen op regelmatige basis zijn, zoals een vaste rente welke één keer per jaar uitgekeerd worden, maar ook onregelmatige rendementen zoals dividend, etc..
Passieve inkomsten kunnen ook komen uit rendement uit passief vermogen. Dit is een vorm van vermogen opbouw die minder bekend is bij de meeste mensen. Een voorbeeld van passief vermogen zijn de royalty’s die een schrijver van een boek of muziekstuk ontvangt bij een verkoop van een exemplaar. De creatieve schrijver heeft eenmalig veel tijd geïnvesteerd ten behoeve van het passieve inkomen, maar hoeft (als het eenmaal af is) er nauwelijks nog tijd aan te besteden. De inkomsten druppelen binnen. Als hij maar genoeg succesvolle boeken weet te publiceren, dan zou hij voornamelijk van deze passieve inkomsten kunnen leven.
Inkomsten uit werk zijn traditionele vormen van inkomen vergaren en wordt voornamelijk bepaald door het aantal uur dat je per maand werkt en je uurtarief. Het aantal uur dat je per maand werkt is afhankelijk van je beschikbare tijd om te werken en de werkgelegenheid. Hoe meer je werkt des te minder vrije tijd je uiteraard hebt. De werkgelegenheid is afhankelijk van de sector waarin je werkt en de economie. Hier kun je zelf niet zoveel aan veranderen. Je uurtarief wordt bepaald door je opleidingsniveau, en vraag-en aanbod van personeel in de betreffende sector. In het algemeen geldt dat hoe hoger je opleidingsniveau, des te hoger je uurtarief. Als de vraag naar personeel hoog is, dan zal het uurtarief ook omhoog gaan. Echter als het aanbod van personeel hoog is, dan zal het uurtarief omlaag gaan. Het is dus belangrijk om een hoge opleiding te kiezen waarin de vraag naar personeel hoog is en het aanbod laag.
Inkomsten kunnen ook komen uit toeslagen vanuit de overheid, zoals kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag, huurtoeslag, etc. Deze toeslagen zijn meestal inkomensafhankelijk. Hoe meer inkomsten uit werk, des te lager worden de toeslagen.
Alimentatie inkomsten zijn dubbelzinnig. Voor de ontvanger van alimentatie zijn het inkomsten, echter is het voor de alimentatieplichtige uitgaven. Het hangt er maar net vanaf aan welke kant je staat. Alimentatie is een financiële uitkering voor de kosten van levensonderhoud die na een echtscheiding betaald wordt door de draagkrachtigste ex-partner.
Tot zover de inkomsten, we gaan nu de uitgaven onderzoeken. De uitgaven worden door veel factoren beïnvloed. Hoe luxer je leeft, des te hoger je uitgaven en bijbehorende verzekeringen, maar ook hoe hoger je (afhankelijk van je persoonlijke instelling) je levensgeluk is. Het aantal kinderen bepaalt ook de grote van je auto, huis, kleding, etc. Dus hoe meer kinderen je hebt des te hoger je uitgaven zullen zijn. Gelukkig is de overheid blij met meer kinderen en biedt hiervoor extra toeslagen aan en kinderbijslag. Hoe meer je verzekert wilt zijn tegen vervelende kosten, des te hoger zijn je verzekeringskosten.
Hoe meer je in de verleiding wordt gebracht om bepaalde aankopen te doen, des te hoger zullen je uitgaven zijn. Door doelen te stellen kun je je verleidingen beter de baas en zullen je uitgaven minder worden. Je kunt verleidingen ook proberen te vermijden als je van jezelf weet dat je hier niet goed tegen kan.
Besparen op uitgaven kan door je eerst bewust te worden van je uitgaven. Dit doe je door een overzicht te maken van je uitgaven, zodat je weet wat je uitgaven precies zijn en waar je op kan besparen. Een goed overzicht van je inkomsten en uitgaven doe je door snel je post openen en te sorteren. Betaal rekeningen op tijd zodat je niet achterloopt op je betalingen en geen onnodige extra kosten krijgt. Daarnaast voorkomt het dat je jezelf “te rijk” rekent en je het overzicht kwijt bent. Met “te rijk” bedoel ik dat je denkt dat je geld over hebt, terwijl je eigenlijk nog allerlei rekeningen moet betalen.
Via de belasting kun je diverse belastingkortingen krijgen welke vaak afhangen van je inkomsten uit werk. Meestal is het zo dat als je meer inkomsten uit werk hebt, je minder belastingkortingen krijgt en als je kinderen hebt en een partner die (parttime) werkt krijg je aanvullende belastingkortingen.
Schulden verhogen je uitgaven door rente en aflossing. De aflossing zorgt voor een tijdelijk verhoogde uitgaven en de rente zorgt ervoor dat de uitgave duurder is dan dat je ervoor gespaard had. Soms ontstaan schulden buiten je schuld om door een samenloop van omstandigheden, maar meestal gaat het om impulsief koopgedrag waarbij je iets heel graag nu wil hebben. In ieder geval kun je het aangaan van schulden verminderen door je financieel weerbaar te maken door een financiële buffer aan te leggen. Stel dat je auto en je wasmachine het tegelijk begeven, dan hoef je geen schulden aan te gaan, maar kun je je financiële buffer aanspreken. Je financiële buffer vul je daarna weer aan met je vrije toekomstige bestedingsruimte.
Als je financieel weerbaarder bent doordat je een financiële buffer hebt aangelegd, dan zijn sommige verzekeringen niet of minder noodzakelijk en heb je dus lagere verzekeringskosten.
Uiteindelijk gaat het om je levensgeluk. Het levensgeluk is voor iedereen anders, maar gezondheid, vrije tijd en financieel onafhankelijk zijn belangrijke factoren voor levensgeluk.
Als je aanvullingen, vragen, opmerkingen en/of een hebt over mijn analyse, dan hoor ik die graag. Gebruik hiervoor het Contactformulier.