How To Control My Budget

Meer controle, meer vrijheid

Wat kun je doen voor meer financiële vrijheid?

Uit mijn analyse in The Big Picture heb ik de volgende 12 factoren gevonden die je kan beïnvloeden voor meer financiële vrijheid:

  1. Aantal uur werk per maand
  2. Tijdsinvestering tbv passief inkomen
  3. Besparen op uitgaven
  4. Overzicht uitgaven
  5. Bewust van uitgaven
  6. Luxe leven
  7. Doelen stellen
  8. Snel post openen
  9. Overzicht inkomsten
  10. Opleidingsniveau
  11. Verzekeringskosten
  12. Verhouding rendement/risico

1.     Aantal uur werk per maand

Het aantal uur wat je per maand werkt zit praktisch gezien in een bereik tussen 0 en 180 uur per maand. Een fulltime baan heeft ongeveer 200 werkdagen per jaar. Een jaar telt 365 dagen minus weekenden en vakantiedagen komt dat neer op zo'n 200 werkdagen per jaar.  Als je 8 uur op een dag werkt dan kun je praktisch gezien zo'n 133 uur per maand werken. Afhankelijk of je werk hebt, en of je meer kan werken bij je werkgever(s) / eigen zaak kun je het aantal uur dat je per maand werkt beïnvloeden.

Normaal gesproken leidt meer werken direct tot meer inkomsten.

De inkomsten worden echter gedempt door ons belastingstelsel. Als je meer verdient betaal je progressief meer belasting. Meer informatie hierover kun je vinden op de site van De Belastingdienst en dit artikel van Intermediar http://www.intermediair.nl/carriere/salaris/loon/minder-werken-wat-betekent-dat-voor-mijn-netto-salaris.

2.     Tijdsinvestering t.b.v. passief inkomen

In plaats van meer (traditioneel) te werken kun je ook tijd investeren in het opbouwen van een passief vermogen. Dit leidt niet direct tot een volwaardig inkomen, maar gaat in kleine stapjes. Het betekent bijvoorbeeld dat je weken/maanden bezig bent met een nieuw muziekstuk, boek, website, film, blog, vlog, schilderij, kunstwerk, programma, patent, beleggen, etc.

3.     Besparen op uitgaven

Het besparen op je uitgaven is aan de ene kant zo gunstig mogelijk goederen en diensten kopen, en aan de andere kant alleen geld uitgeven aan dingen die voor jou belangrijk zijn. Het is niet nodig om altijd voor het allergoedkoopste te gaan, want goedkoop kan duurkoop zijn, maar informeer jezelf goed wat het beste product is voor de beste prijs. Het is belangrijk om je af te vragen hoe vaak je een bepaald product gaat gebruiken en/of het duurdere product je veel meer tijd of geld bespaard dan het voordelige alternatief. Bijvoorbeeld een hobby hamer kost 2,50 euro en een professionele hamer kost 25 euro. De professionele hamer kost dus 10x(!) zo duur als de hobby hamer, terwijl je er vast niet 10 keer beter mee kan timmeren.

Besparen is op vele manieren mogelijk. Bekijk de aparte pagina met bespaartips!

4.     Overzicht uitgaven

Het maken van een overzicht van je uitgaven geeft je een goed inzicht welke vaste, reserverings- en huishoudelijke uitgaven je hebt. De vaste uitgaven zijn periodiek en zijn makkelijk in een overzicht te plaatsen. De reserveringsuitgaven zijn lastiger te bepalen. Wat is bijvoorbeeld de afschrijving van je auto of wasmachine per maand?

De huishoudelijke uitgaven kun je verzamelen door een kasboek voor bijvoorbeeld een maand bij te houden. Schrijf alle huishoudelijke uitgaven per dag op in het kasboek en tel deze op. Doe dit voor een maand, zodat je behoorlijk precies weet hoeveel je uitgeeft aan dagelijkse boodschappen en persoonlijke verzorging.

5.     Bewust van uitgaven

Doordat je de uitgaven in een keurig overzicht zet wordt je bewust van je uitgaven. Stel je zelf de vraag of al deze uitgaven eigenlijk nog nodig zijn. Zijn je uitgaven hoger dan je inkomsten?     

6.     Luxe leven

Leef zo luxe als je je kunt permitteren en geniet er vooral van! Je hebt zelf in de hand hoe luxe je wilt leven. Wordt niet jaloers op de nieuwe auto van de buren of wat andere hebben, maar trek je eigen plan.  

7.     Doelen stellen

Geef antwoord op de vraag: Hoeveel geld heb je nodig en waarvoor?

Spaardoelen stellen helpt je om je spaardoelen daadwerkelijk te bereiken. Maak je spaardoelen visueel door een foto van je nieuwe auto of vakantie op een zichtbare plek in je huis te plaatsen. Zo wordt je telkens herinnert aan je spaardoel en ben je minder geneigd om je geld aan andere zaken uit te geven.

Tips:

  • Tegenwoordig kun je ook je betaalpas ontwerpen. Plaats hierop een foto van je spaardoel of zet er de tekst op: “Hoeveel uur moet ik werken om dit te kunnen betalen?”

8.    Snel post openen

Maak post altijd direct open! Ook al is het die rekening waar je nu echt niet op zit te wachten. Door de post niet open te maken verdwijnt de rekening echt niet. Sterker nog, als je te lang wacht kun je verhogingen krijgen, aanmaningen, incassobureaus, deurwaarders, etc. Je uitgaven worden dan alleen maar hoger, terwijl het doel is om je uitgaven lager te krijgen. Daarnaast kosten die zaken ook meer tijd die je nuttiger kan besteden.

Kun je een rekening niet betalen? Kijk dan of er betalingsregelingen mogelijk zijn. Stel, bij de eindafrekening van je energieleverancier kom je 300 euro te kort, dan kun je met één telefoontje een betalingsregeling afspreken om bijvoorbeeld 3 maanden 100 euro te betalen in plaats van 300 euro in één keer. Zo voorkom je narigheid en is de tegenvaller te behappen.

Bewaar zojuist geopende post altijd in hetzelfde bakje op een vaste zichtbare plek in je huis. Neem je post minimaal één keer per maand door en betaal dan de openstaande rekeningen. Betaalde rekeningen en andere post waar je geen actie (meer) op hoeft te ondernemen bewaar je een multomap met tabbladen. Doe hetzelfde met e-mail. Maak in je e-mailprogramma ook mappen aan met dezelfde groepering als de tabbladen in je multomap, eventueel aangevuld met mappen die voor e-mail relevant zijn.

Tips:

  • Laat zoveel automatisch betalen, dan heb je ook minder post en je betaald op tijd.
  • Probeer bij automatisch betalen de afschrijving op de 1e van de maand plaats te laten vinden bij alle instanties. Dit is ruim na je salaris bijschrijving en als je deze 1e van de maand gehad hebt, dan blijft het daarna betrekkelijk rustig op je betaalrekening.

9.      Overzicht inkomsten

Een goed overzicht van je inkomsten geeft je inzicht in je inkomen. In de loop van de maand komen je salaris, toeslagen en/of uitkeringen binnen. Daarnaast krijg je inkomsten die een keer per kwartaal of per jaar binnenkomen, zoals kinderbijslag, vakantiegeld, eindejaarsuitkering, winstuitkering, rente, dividend, overige inkomsten, etc.

Je hebt nu goed in beeld wat je inkomsten zijn en welke maanden je meer inkomsten hebt en welke maanden minder.

10.       Opleidingsniveau

Onderzoek van het CBS heeft aangetoond dat het inkomen van hoogopgeleiden bijna het dubbele is dan van laagopgeleiden. https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2011/12/inkomen-hoogopgeleiden-bijna-het-dubbele-van-dat-van-laagopgeleiden. Het is dus wijs om een zo hoog mogelijke opleiding te halen, omdat je daarmee je kansen op een goed salaris verhoogt.

Kies voor een opleiding die bij je past én waarbij de kans op een baan groot is. Een leuke opleiding volgen waarin vervolgens geen werk in te vinden is, is geen goede investering van tijd en energie.

11.     Verzekeringskosten

Met een verzekering kun je risico’s afdekken die je niet wil of kunt dragen. Verzekeringen zijn zeker nuttig, maar niet elke verzekering is nuttig. Een aansprakelijkheidsverzekering (WA-verzekering) beschermt tegen het risico van aansprakelijkheid en keert normaal gesproken uit bij letselschade en zaakschade die door jou wordt veroorzaakt. Voor een kleine premie tussen de 4 en 6 euro per maand ben je verzekerd voor een bedrag 1.250.000,- euro per gebeurtenis zonder eigen risico. Dit is een risico wat feitelijk niemand kan en/of wil lopen en deze verzekering dus altijd aan te raden is.

Daarentegen zijn verzekeringen zoals een huisdierverzekering, smartphoneverzekering, garantieverzekering, uitvaartverzekering en een regenverzekering op zijn minst discutabel te noemen. De mogelijke uitkeringen wegen niet op tegen de kosten en het risico. Beter kun je het uitgespaarde bedrag op je spaarrekening zetten.    

Tips:

  • Hoger eigen risico betekent lagere verzekeringspremie. Zet het bespaarde bedrag op je spaarrekening.
  • Bouw een financiële buffer op waarmee je minimaal alle eigen risico’s van al je verzekeringen samen kan betalen. Heb je bijvoorbeeld een zorgverzekering voor je partner en jezelf met elk een eigen risico van 800 euro. Zorg er dan voor dat je te allen tijde 1600 euro op je spaarrekening hebt staan waar je zonder beperkingen bij kunt.
  • Voorkom dubbele verzekeringen. Bij een zaak keert toch maar één van de verzekeringen uit.
  • Sluit geen onzinverzekering af waarbij de uitkering niet opweegt tegen de kosten en het risico.
  • Voorkom oververzekering. Je hebt bijvoorbeeld een oude auto die nog steeds all-risk verzekerd is.
  • Neem minimaal één keer per jaar al je verzekeringen door en kijk of ze ergens anders voordeliger afgesloten kunnen worden. Als je een verzekeringstussenpersoon hebt, dan kun je ook hem vragen om dit voor je te doen.

12.     Verhouding rendement/risico

De algemene regel is “zonder risico geen rendement”. In feite betekent dit dat de netto contante waarde constant blijft en het dus eigenlijk niet uitmaakt welke combinatie van rendement en risico je kiest. De netto contant waarde blijft hetzelfde. Echter is dit in de praktijk anders.

Hieronder een voorbeeld:

Stel je krijgt op je spaarrekening 1% rente tegen een 0% risico. Je hebt 50000 euro één jaar op deze rekening laten staan en krijgt dan na dat jaar 500 euro van rente. Je maximale winst is 500 euro en je maximale verlies is 0 euro. Je netto contant waarde is ook 500 euro.

Vergelijk dit nu eens met een belegging. Stel je koopt voor 50000 euro aandelen via een beleggingsfonds. Het rendement is gemiddeld 8% en het risico is gemiddeld 7% (het verschil is de rente van een risicoloze spaarrekening). De netto contante waarde is dan ook 500 euro, echter is de maximale winst 4000 euro en het maximale verlies 3500 euro. Het kan bij het beleggingsfonds daarom best zijn dat je na één jaar 4000 euro winst maakt of 3500 euro verlies. Het kan zelfs zo zijn dat je twee of drie jaar achter elkaar 4000 euro winst maakt op deze belegging.

Uiteindelijk blijft het risico bestaan en kan het ook gebeuren dat je je winst weer in moet leveren. Sterker nog, het kan zelfs gebeuren dat je op het hoogste niveau instapt en vervolgens alleen maar verliezen achter elkaar krijgt.

Het fenomeen dat je twee of meerdere jaren winst of verlies maakt noem je de “kans”. Hoe groot is bijvoorbeeld de kans dat je twee of drie jaar winst of verlies maakt?

De kunst is dus om de kansen goed in te schatten. Andere manieren om de kansen te verhogen zijn door middel van spreiding of door de tijd zijn werk te laten doen (dus wachten op een serie winstjaren). Wat is het effect op het rendement van een beleggingsfonds als de spaarrente als de spaarrente verhoogd wordt? Dit betekent dat het beleggingsfonds nu opeens 10% rendement zou moeten maken bij gelijkblijvend risico om dezelfde netto contante waarde te behouden.            

Als het beleggingsfonds niet 10% gaat halen na deze renteverhoging, dan is de netto contante waarde lager van het beleggingsfonds lager en is de spaarrekening de betere keus.